Het initiatief Diepen en Maren wil historische waterlopen in de provincie Groningen in ere herstellen en verbinden met natuur, recreatie en cultuurhistorie. ‘Het netwerk ligt er gewoon, we moeten het alleen weer gaan zien.’
Wie door het Groninger landschap rijdt, fietst of wandelt, beweegt zich vaak onbewust langs een netwerk van diepen en maren dat al eeuwenlang door grote delen van de provincie slingert. Waar de waterlopen nu soms wat slapend in het landschap liggen, vormden ze vroeger de levensaders van onze regio.
Maren zijn min of meer natuurlijke ondiepe stroompjes die vaak het midden houden tussen een rivier en een sloot. Het zijn relicten uit een tijd dat het land nog onbedijkt was. Via de maren kun je in de noordelijke helft van de provincie vrijwel elk dorp bereiken. Diepen, net als de maren onlosmakelijk verbonden met de provincie Groningen, zijn wat grotere en bredere waterwegen en vaak door de mens gegraven voor scheepvaart en transport.
‘Het is nauwelijks nog voor te stellen hoe belangrijk dat hele waternetwerk ooit is geweest’, zegt Oscar Borsen. ‘Als er alleen onverharde wegen zijn, dan ga je voor de wat langere afstanden niet zo snel met je paard en wagen op pad. Dat ging destijds allemaal via het water. De diepen en maren verbonden dorpen en steden met elkaar en speelden een voorname rol in handel en transport. Ze waren eigenlijk de blauwe ruggengraat van de provincie Groningen.’
Oscar is beleidsmedewerker Natuur en Landschap bij Het Groninger Landschap en initiatiefnemer van Diepen en Maren, een initiatief dat zich richt op het versterken en herstellen van historische waterlopen. Doel is om het landschap meer toegankelijk te maken en ons erfgoed beter te kunnen beleven. Het initiatief komt voort uit een idee van Het Groninger Landschap en een aantal andere “groene” organisaties om eens te kijken waar de waterlopen momenteel stromen, waar ze vroeger hebben gelegen, waar ze zijn verdwenen en wat er allemaal nog omheen zit.
‘Door dat in kaart te brengen kun je bijvoorbeeld onderzoeken welke rol die diepen en maren kunnen spelen bij het aanpakken van opgaven die in het landelijk gebied liggen’, licht Oscar toe. ‘Denk aan vraagstukken rondom thema’s als biodiversiteit, toegankelijkheid, cultuurhistorie en waterberging. Door het versterken van de maren kun je ervoor zorgen dat er in natte periodes meer water wordt opgevangen en creëer je een buffer voor drogere periodes. Dat is gunstig voor de natuur én voor de landbouw. Zeker in combinatie met de aanleg van natuurvriendelijke oevers.’
Langs de Groningse diepen en maren bevindt zich veel cultureel erfgoed, zoals wierden, borgen molens en steenovens. Alleen: tegenwoordig is er nauwelijks sprake van enige samenhang tussen al dit mooie erfgoed. Dat is jammer, vindt Oscar. ‘Door het herstellen en versterken van de waterlopen kun je het erfgoed via het water met elkaar verbinden en meer zichtbaar maken. Naast kansen voor het ondersteunen van landschaps- en natuurherstel biedt het dan ook tevens aantrekkelijke toeristisch-recreatieve mogelijkheden. Zie het als een blauwe dooradering van het landschap, waar biodiversiteit langs kan bewegen en die er tegelijkertijd voor zorgt dat inwoners en bezoekers nog meer kunnen genieten van het erfgoed in de provincie.‘
Het plan werd eerst op papier gezet bij Het Groninger Landschap en daarna kortgesloten met onder meer Landschapsbeheer Groningen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Sinds de financiering door Toukomst en de bundeling van ideeën is Oscar momenteel de enige initiatiefnemer van Diepen en Maren. Hoewel, liever ziet hij zichzelf als initiatiefduwer.
‘Het is nagenoeg onmogelijk om met het initiatief de hele provincie te bedienen’, zegt hij. ‘Daarvoor is het te veelomvattend. Dieper en Maren is eigenlijk meer een denkwijze die je bij allerlei gebiedsplannen kunt betrekken. Dus ook bij andere initiatieven die onder de Landschapswerkplaats vallen. Bij ’t Wad tot Stad bijvoorbeeld, dat een aantrekkelijke en groene zone wil realiseren in het cultuurlandschap rondom het Reitdiep en Middag Humsterland. Maar ook sluit het prima aan bij een initiatief als Masterplan Varen. Als je kleine waterwegen wilt koppelen en bevaarbaar wilt maken, koppel er dan ook een natuurvriendelijke oever aan of zorg voor een wat hoger waterpeil. Probeer het in elk geval in gedachten mee te nemen in de ontwikkelingen.’
Meer een denkwijze dus. Een plan dat andere initiatieven kunnen meenemen in hun eigen plannen. Die aanpak vond weerklank bij de Landschapswerkplaats. Sterker nog, de Landschapswerkplaats gaf aan het netwerk van Diepen en Maren graag te willen inventariseren. De bevindingen kunnen dan waar en wanneer mogelijk worden gebruikt als input voor de overige initiatieven.
‘De Landschapswerkplaats was ook verantwoordelijk voor het schrijven van het projectplan’, legt Oscar uit. ‘Als initiatiefnemer ben ik wel gevraagd als meelezer, uiteraard. Maar in feite heb ik meer een ondersteunende rol dan een rol als trekker. Om Diepen en Maren verder te brengen heb je wel een partij nodig die er een beetje aan trekt en relevante zaken tijdig signaleert. Dat is aan de Landschapswerkplaats wel besteed, heb ik gemerkt. Het idee achter Diepen en Maren is heel goed. Ergens vind ik het zelfs een no-brainer. Het netwerk ligt er gewoon, we moeten het alleen weer gaan zien. Het is de kunst om het zodanig vorm te geven dat je de kwaliteiten behoudt en het geheel toegankelijker maakt. Dan krijgt het weer een functie, wordt het onderhouden en blijft het behouden voor de toekomst.’
Op de vraag wanneer het project geslaagd is, hoeft Oscar niet lang na te denken. ‘Als Diepen en Maren als vanzelfsprekendheid wordt meegenomen in de planvorming. Niet alles kan natuurlijk overal. Maar als het besef groeit dat die structuur er al is en we het kunnen meenemen in opgaven voor bijvoorbeeld biodiversiteit of recreatie, dan komen we een heel eind.’